Werkt relatietherapie eigenlijk wel?

EFT Systeemtherapie Meppel
Het gaat niet goed in jullie relatie, en er moet echt wat gebeuren. De meest voor de hand liggende stap: relatietherapie. Maar dat is een heel traject, is duur, en je hebt geen idee waar je moet beginnen. En je vraagt je af: werkt relatietherapie wel? Want om de moeite te nemen om iemand te vinden met wie het voor allebei klikt, en de tijd vrij te maken om er heen te gaan, en de investering te doen, wil je wel zeker weten dat het werkt én bij jullie past.Ik ben geen relatietherapeut, maar weet natuurlijk wel veel van relaties, en ik krijg deze vraag dus heel geregeld. Daarom ben ik er voor jullie helemaal ingedoken, en is dit, volgens mij, een heel eerlijk, diepgaand artikel over of relatietherapie werkt.

Geschiedenis van relatietherapie

Jarenlang had relatietherapie een hele slechte reputatie – zelfs in de wereld van therapeuten. Het stond bekend om de hele lage slagingspercentages, en grote kans op terugvallen in oude patronen. Een groot deel van het probleem was dat therapeuten eigenlijk maar wat deden. Er werd tot de jaren 70/80 vrijwel geen onderzoek gedaan naar relatietherapie, en dat zorgde er voor dat therapeuten vaak hun eigen experimenten uitvoerden. Zo was er bijvoorbeeld een relatietherapeut die er van overtuigd was dat alle problemen in een relatie voortkwamen uit onderdrukte woede. Zijn oplossing? Geef beide partners een stok met een zacht uiteinde (een soort grote wattenstaaf), en laat ze alle woede op elkaar afreageren. Het resultaat? Een scheidingspercentage van ongeveer 80%.

Terwijl de ontwikkelingen op het gebied van individuele therapie snel vooruit gingen, met behulp van gedegen onderzoek, bleef relatietherapie heel lang enorm achter.

Relatietherapie ontstond pas in de jaren ’20. Het traditionele model dat daar uit voort kwam had een slagingspercentage van ongeveer 50%, wat heel laag was. Vervolgens, in de jaren 60 ongeveer, begon er steeds meer onderzoek te komen naar wat er allemaal fout ging in relaties. Nieuwe soorten relatietherapie speelden daarop in, allemaal met eigen aannames over hoe deze problemen op te lossen. Vervolgens kwam er ook onderzoek om aan te tonen of deze oplossingen werkten. In de afgelopen 50 jaar hebben we de volgende dingen geleerd.

  • In 1960 kwam er een soort relatietherapie die gebaseerd was op het bijhouden van wat beide partners voor elkaar deden. Het ‘Voor wat hoort wat’ concept. In 1977 bleek uit een onderzoek dat wanneer stellen dit bij gingen houden, het een teken was van een relatie die aan het verslechteren was, zeker niet van een happy relatie.
  • In de jaren 70, toen relatietherapie populairder begon te worden, werd er van uitgegaan dat de therapeut rationeel en kalm was. Daar tegenover stond het koppel dat emotioneel was, en daarom werd gezien als ‘out of control’. Volgens Murray Bowen, grondlegger van dit idee, was de bedoeling dat de therapeut er vervolgens voor zou zorgen dat het stel hun gevoelens zou kunnen controleren en rationeel zou kunnen gaan nadenken. Nu weten we dat Bowen’s ideeën over emotie versus ratio niet kloppen. Emoties uiten betekent natuurlijk niet dat je ‘out of control’ bent. Het is niet zo simpel als emotie versus ratio, het is niet zo zwart-wit. Deze vorm van therapie heeft veel mensen het gevoel gegeven dat je een beetje gek was als je naar therapie ging. Dat was niet iets wat ‘normale’ (lees: rationele) mensen deden.
  • In de jaren 80 en 90 kwam er een golf van therapieën gericht op het beter leren communiceren. Het belangrijkste hierbij was ‘actief luisteren’. Dat hield in dat één van de partners de ruimte kreeg om zijn of haar kritiek te uiten, en de ander daar inlevend naar moest luisteren en dat moest herhalen om te kijken of ze het echt hadden begrepen. Maar John Gottman kwam er na dertig jaar onderzoek achter dat gelukkige stellen dat bijna nooit van nature doen. Er kwam zelfs uit dat deze oefening, waar dus jarenlang op gefocust werd in relatietherapie vrijwel nooit hielp om de relatie te verbeteren, zeker niet op de lange termijn. Stellen zetten het namelijk nooit voort in het dagelijks leven, omdat het geen natuurlijk gedrag was.

Het kan zijn dat je idee van relatietherapie is gebaseerd op de vormen van relatietherapie die in de jaren 90 bijvoorbeeld populair waren. En nu je weet dat relatietherapie door zoveel vormen en blunders heen is gegaan, voelt het misschien ook logischer dat je er niet per se zin  of vertrouwen in hebt.

Al deze vormen van relatietherapie waren gebaseerd op verkeerde aannames, en op onderzoek naar wat er fout gaat bij stellen, zonder een wetenschappelijk gebaseerd idee te hebben hoe je dat kon oplossen. Het was pas in de jaren 80 en 90 dat er onderzoek werd gedaan naar wat wél werkt in relaties. John Gottman was de eerste die op grote schaal gelukkige stellen begon te observeren, om te kijken wat zij anders deden dan ongelukkige stellen. Op basis van dit onderzoek kon hij uiteindelijk met 96% accuraatheid voorspellen of een stel ging scheiden of niet.

Mede door zijn onderzoek, en het onderzoek van degenen die zijn voorbeeld volgden, weten we nu zoveel meer over relaties. Er zijn nieuwe relatietherapievormen, dit keer gebaseerd op goed onderzoek, en de slagingspercentages van relatietherapie liggen nu hoger dan ooit.

Soorten relatietherapie

Dus welke soorten relatietherapie zijn er? Ok, dat zijn er nog steeds een heleboel, en die kan ik hier niet allemaal langs gaan. Ik wil er in ieder geval twee uitlichten, die goede resultaten boeken en jullie echt kunnen helpen.

‘Gewone’ Relatietherapie

Wanneer niet wordt gespecificeerd om wat voor soort relatietherapie het gaat, is deze vaak gebaseerd op cognitieve gedragstherapie. Dit is een stroming binnen de psychologie die vrij goede resultaten haalt, en daarom vertaald is naar de wereld van relaties. Deze vorm van relatietherapie zoekt een balans tussen het veranderen en accepteren van bepaald gedrag van jou en je partner. Deze relatietherapie zorgt, volgens één groot onderzoek, voor 71% van de stellen verbetering. Na twee jaar is dat nog 69%, wat betekent dat de verbeteringen blijvend zijn.

EFT (Emotionally Focused Therapy)

Als je je al een beetje hebt verdiept in relatietherapie, kan het je niet ontgaan zijn: EFT is superhot. Hoewel ik er al wel heel vaak (echt heel vaak) van gehoord had, ben ik er voor jullie nu voor het eerst echt ingedoken. EFT is ontwikkeld door Sue Johnson, die er in 1985 mee begon te werken, en het ondertussen uitgebreid heeft onderzocht en verbeterd. Zoals de naam zegt, focust deze therapie vorm zich op emoties. En voor je daar bang van wordt en denkt dat je de hele tijd gaat zitten huilen: het valt mee. Het gaat vooral om hechtingsstijlen, en de manier waarop je gehecht bent aan je partner. Volgens Johnson gaat achter veel relatieproblemen één vraag schuil: ‘ben je er voor me?’ Dat is wat jullie gaan uitzoeken, en over het algemeen wordt deze vorm van therapie als heel fijn omschreven. Er is natuurlijk veel meer te zeggen over deze vorm van therapie, maar wat vooral belangrijk is: het werkt. Deze therapie heeft een heel hoog slagingspercentage, mede doordat het volledig gebaseerd is op heel gedegen onderzoek specifiek over relaties. 71% van stellen zegt dat ze volledig herstelt zijn van hun relatieprobleem, en 86% liet een significante verbetering van hun relatie zien tegenover een controlegroep. Het is op dit moment de meest effectieve relatietherapie, en als jullie daarvoor willen gaan, is dit denk ik een hele goede om mee te beginnen. Ik ben overigens op geen enkele manier gelieerd met EFT, of deze organisatie.

Wat er vaak fout gaat met relatietherapie

Werkt relatietherapie wel? Ja, het werkt dus. Maar hoe goed relatietherapie werkt, is direct gelinkt met hoeveel moeite beide partners er in stoppen.

Het klassieke probleem is dat één van de twee partners, vaak de man, niet mee wil. En dat is wat er vaak fout gaat met relatietherapie: we begrijpen mannen niet.  Het gaat niet om de relatietherapie zelf, maar het idee  van relatietherapie dat er voor kan zorgen dat het een averechts effect heeft.

Vrouwen houden van praten. Het is voor ons een manier om te verbinden, en om emoties te verwerken. Wanneer wij ergens mee zitten, of er een probleem is, willen wij praten. Logischerwijs gaan we er van uit dat mannen dat ook willen, dat dit voor mannen hetzelfde werkt. Wanneer een man dan niet wil praten, of niet mee wil naar relatietherapie, krijg je het gevoel dat hij niet van je houdt.

Dat is niet zo!

Mannen verwerken hun emoties niet door te praten. Sterker nog: als jullie een gesprek hebben dat gaat over jullie relatie, zal zijn bloeddruk omhoog gaan, gaat zijn hart sneller kloppen en heeft zijn lichaam een stress reactie. Dit gaat niet weg, totdat hij minstens twintig minuten alleen kan zijn. Het maakt niet uit wat je zegt: het gesprek zelf zorgt voor deze reactie.

Uit onderzoek blijkt dat mannen het toch nog steeds belangrijk vinden om te presteren. Ze willen het graag goed doen als man, vader, minnaar. Voor veel mannen is het zo dat zijn grootste relatie-angst zelfs is om te falen als man, beschermer, en minnaar. Het simpele feit dat jij wil praten, of dat jij in relatietherapie wil, is voor hem het ultieme teken dat hij gefaald heeft. Om dit even te vergelijken met onze situatie: onze grootste relatie-angst is eenzaamheid, het gevoel niet verbonden te zijn. Is dat herkenbaar? Ik leg dit allemaal nog veel uitgebreider uit in mijn nieuwe boek ’50 relatieboosters: een happy relatie in 5 minuten per dag’, waar ik bijvoorbeeld ook in ga op waarom dit zo werkt bij mannen.

Vrouwen willen dat over het algemeen oplossen door te praten, want dat is de manier waarop zij weer verbondenheid voelen. Maar wanneer een man het gevoel heeft dat hij gefaald heeft, is zijn eerste neiging om zich terug te trekken of boos te worden. Precies die acties die jou het gevoel geven dat jullie niet verbonden zijn. Zo speelt angst voor eenzaamheid en angst voor falen op elkaar in. En dat is waarom het hele idee van relatietherapie soms al een averechts effect heeft: het focust op het probleem.

Terwijl jullie probleem misschien wel voortkomt uit een gebrek aan iets dat jullie allebei het liefste willen is: verbondenheid. Ook mannen willen heel graag verbondenheid voelen. Zij gaan dat alleen niet voelen door te praten. Praten is een gevolg  van verbondenheid, niet de weg er naar toe. Weet je nog toen jullie verliefd waren? Jullie waren heel erg verbonden, en konden over alles praten.

Praten gaat vanzelf als die connectie er is. Moeiteloos en luchtig.

Wanneer er veel spanningen zijn in jullie relatie, en relatietherapie wordt een optie, hou hier dan rekening mee. Je kunt jullie verbondenheid op allerlei manieren versterken, waarbij je niet hoeft te praten over problemen. Juist door te focussen op positiviteit en liefde, kun je een veilige ruimte creëren waarin het veel makkelijker is om problemen op te lossen, of waarin dat niet eens meer nodig is.

 

 

Geplaatst op: 27 januari 2020
Bron: www.langplusgelukkig.nl